Iedereen worstelt met de balans tussen werk en privé

Wat levert drieënhalf jaar sociologisch veldonderzoek naar de werk-privébalans op? Cathalijne Boland blikt terug op de rubriek De Balans uit Intermediair.

In 2007 publiceerde Intermediair een interview met econome en columniste Heleen Mees naar aanleiding van haar boek ‘Weg met het deeltijdfeminisme’. Ze had de boodschap: het Nederlandse anderhalfverdienersmodel is slecht voor vrouwen, en slecht voor de economie. Het interview lokte meer dan 100 reacties uit via internet.

Het was niet de eerste keer dat de mailbox van een redacteur volstroomde naar aanleiding van een artikel over balans tussen werk en privé. Kennelijk een heet hangijzer voor lezers van Intermediair, hoogopgeleid en aanbeland in het spitsuur van hun leven. Wat daarbij opviel, was hoe met name vrouwen elkaar konden aanvielen om hun keuzes, of het nu om fulltime, parttime of helemaal niet werken ging. Een beetje meer onderling begrip kan geen kwaad.

Begin 2009 werd er opnieuw een oproep gedaan tot deelname aan de rubriek, De Balans. Hoewel De Balans ook openstond voor stellen zonder kinderen, meldden zich vooral stellen mét kinderen. Het werd een soort sociologisch veldonderzoek, een SCP-rapport in monologen. En hoewel ook alle statistische uitschieters aan bod kwamen (zoals gezinnen met vijf kinderen, thuisblijfmoeders, vrouwelijke kostwinners en precies-evenveel-verdieners) waren de anderhalfverdieners in de meerderheid.

Ze spraken over hun zoektocht naar de balans tussen werk en privé. Hoe moe, hoe gesloopt ze zich voelden, soms jaren achter elkaar. Hoe weinig tijd ze voor zichzelf overhielden. Meer dan eens was de avond teamsport ingeruild voor een individueel hardlooprondje, en was het fietstochtje naar het werk nog het enige rustmoment in een verder stampvolle dag. Toch werden hun verhalen meestal geen klaagzangen en toonden de geïnterviewden zich tevreden en liefdevolle partners en ouders. ‘Wij zijn een goed team’, hoorde je dan, of ‘Vrienden vinden ons het ideale stel’.

En inderdaad, de zorg voor de kinderen wordt door Balans-stellen vaak zo eerlijk mogelijk verdeeld (zij brengt, hij haalt, of andersom), er zijn kookschema’s en boodschappenroosters en er is onderling veel respect en waardering; maar van een afstandje bekeken zou je ook kunnen zeggen dat veel koppels ervoor kiezen de lieve vrede te bewaren. Hij verdient namelijk meestal zó veel meer dan zij dat zij automatisch degene is die contracturen inlevert als er eenmaal kinderen komen. Mannen zijn best bereid tot theoretische exercities over alternatieven. Variaties op: ‘Ik zou ook best degene kunnen zijn die thuisblijft als mijn partner dat per se zou willen’, uitgesproken in de veilige wetenschap dat die partner dat toch niet wil – of in elk geval zo wijs is het niet voor te stellen, zodat de illusie in stand kan blijven dat er sprake is van een onderhandelbare situatie.

Mannen vinden het weliswaar vanzelfsprekend dat zij ook verantwoordelijk zijn voor het praktische reilen en zeilen van huishouden en gezinsleven, maar dan toch wel mede verantwoordelijk, niet hoofdverantwoordelijk. Nee, de emancipatie is echt nog lang niet voltooid, ook niet in hoogopgeleid Nederland.

Pijnlijk is echter de financiële ongelijkheid. Dit is uiteraard geen nieuwe constatering, maar wel een probleem als vrouwen gaan scheiden. Als kan dit ook binnen een relatie voor minder prettige situatie zorgen. De theorie van zelfredzaamheid is daarmee in strijd met de praktijk. Maar de balans tussen werk en privé lijkt op deze manier al voldoende onder druk te staan, zonder deze stellen nog verder tot een keuze te dwingen.

Bron: Intermediair

Over de schrijver
Hoi! Ik ben Shanna, nieuwe blogger op tipsvoorwerkendeouders.nl. Ik ben 28 jaar en ik heb 2 meiden van 4 en 7. Ik ben 6 maanden geleden weer begonnen te werken toen de jongste naar school mocht. Ik vind het heerlijk, maar ook een heel gepuzzel.